14 december 2021

De mens heeft op een dag zo’n 60.000 gedachten. Hiervan is 70% negatief of heeft een alarmerende functie. Dit mechanisme in ons brein is een overblijfsel van de prehistorie. Toen moesten we ons dagelijks behoeden voor gevaar zoals een aanval van een wild dier.

In de huidige maatschappij is dat mechanisme eigenlijk niet meer nodig, want dit soort gevaar is verdwenen. Het alarmsysteem is echter blijven hangen en gaat nog steeds af. Deze eeuwenoude werking van ons brein zorgt ervoor dat we met bepaalde dingen worstelen in onszelf en binnen onze maatschappij.

 

Je maakt je eigen wetboek 

Zelfacceptatie is zoiets waar velen van ons mee in de knel zitten. Het staat voor de relatie die je met jezelf hebt; op welke manier je met jezelf en je emoties omgaat en op welke manier je hier jezelf ruimte voor geeft.

Psycholoog Britt de Groot vertelt meer over hoe dit gevormd wordt en hoe je als je zelfacceptatie niet in balans is, daarmee aan de slag kunt gaan. 

“Naast het overlevingsmechanisme van ons brein, speelt de omgeving waarin je bent opgegroeid bent een grote rol in de mate waarin je zelfacceptatie hebt ontwikkeld,” zegt Britt. Als kind zijnde hebben we eigenlijk een volwassene nodig om ons zelfbeeld te vormen en te leren; ‘Wat zijn mijn emoties? Hoe ga ik daar mee om? Hoe ga ik met andere mensen om?’.

Op basis daarvan vorm je patronen en regels voor jezelf, voor wie je bent, en hoe je met het leven omgaat. Eigenlijk je eigen wetboek. We zien regelmatig dat daar nog wel eens wat “mis gaat”.  

Emoties wegdrukken 

Stel dat je als kind elke keer wanneer je huilt hoort: ‘nou niet aanstellen en schouders eronder’ of zelfs genegeerd wordt. Dan leer je eigenlijk dat wanneer je huilt of verdrietig bent, dat dat niet oké is. Dus dat je niet kwetsbaar of verdrietig mag zijn.

Je ziet vaak dat mensen zichzelf later niet helemaal accepteren met de emoties die ze hebben. Ze drukken emoties weg of leren zichzelf een overlevingsmechanisme aan om maar met dingen om te gaan. Het is alsof ze steeds voorbij lopen aan zichzelf.

Dat is denk ik het grootste kenmerk van iemand die zichzelf niet accepteert: als iemand zich ergens toch wel bewust is van een gevoel, rekent die zichzelf hier op af of drukt het direct weg.”

Presteren, presteren, presteren!

Naast de directe omgeving, speelt onze maatschappij hier eveneens een rol in volgens Britt. Die verwacht van ons dat we sterk moeten zijn en moeten presteren. Ze noemt het voorbeeld van hoe ons schoolsysteem is ingericht:

“Op school mag je eigenlijk geen fouten in maken. Dan doe je het niet goed. Zo leer je dus dat dat niet hoort. Tegelijkertijd maken we als mens nou eenmaal fouten en we hebben ze zelfs nodig om van te leren. Daardoor ontstaat er dus een conflict. We moeten altijd doen alsof het goed gaat, maar het is helemaal niet haalbaar dat het altijd goed gaat, alles oké is en alles leuk is aan jezelf. Daar kun je best wel in vast komen te zitten.”

Bovendien kan het perfecte plaatje dat mensen van zichzelf en hun leven laten zien op social media ook bijdragen aan het gevoel dat we altijd naar perfectie moeten streven. Natuurlijk is dat voor niemand haalbaar, maar toch kunnen we door het onrealistische beeld dat we hebben met onszelf in de knel komen. 

Britt: “Ik denk dat het altijd goed is om een blik op te werpen op waar bepaalde patronen die je hebt vandaan komen. Vaak is het opvoeding, maar het kan ook iets zijn wat je hebt meegemaakt. Dan kun je vervolgens vragen gaan stellen als ‘Hoe functioneel zijn nou eigenlijk die patronen die ik heb aangeleerd?’ en ‘Hoe kan ik wat milder zijn naar mezelf?’.

Zelfacceptatie valt te leren, maar zeker niet vanzelf

Milder zijn naar jezelf ontstaat niet van de ene op de andere dag. De meeste mensen zijn altijd kritischer naar zichzelf dan naar anderen. Als een vriend of vriendin iets niet goed heeft gedaan of die baalt ergens van, dan kunnen we heel makkelijk zeggen: ‘A joh, komt wel goed. Geeft niks.’. Als we dat zelf doen, reageren we vaak heel anders. Het helpt om als het ware te trainen om wat meer uit zelfcompassie op onszelf te reageren. Geef jezelf toestemming om te zeggen dat iets oké is en dat je kwetsbaar mag zijn. We vinden het vaak heel eng om kwetsbaar te zijn. Dat is ook een proces waar je doorheen moet. Het beseffen dat het soms niet goed met je gaat en dat dat oké is.”

Hoewel een probleem met zelfacceptatie nog niet direct klinkt als iets ernstigs, kan je dit uiteindelijk wel belemmeren in je dagelijkse leven of uitgroeien tot iets als een depressie. “Ik zie vaak dat mensen het lang volhouden met het aangeleerde overlevingsmechanisme dat ik eerder noemde. Totdat er ineens iets in hun leven gebeurt  wat ze echt omver gooit. Dan ineens werkt die strategie niet meer,” zegt Britt.

“Als je dan vervolgens streng bent voor jezelf en zegt ‘niet zo aanstellen en doorgaan’, dan kun je jezelf ook niet steunen en helpen. Om te doen wat je nodig hebt en voor jezelf te kunnen zorgen, is het heel belangrijk om te kunnen stilstaan en accepteren dat er iets aan de hand is.

Acceptatie is dus niet ‘ik vind alles prima en het boeit niet’, het is meer: ‘Hier heb ik last van, dit vind ik moeilijk of dit raakt me en dat is oké’.”

Kom in contact met jezelf

Elke slechte dag, of moment dat je niet lekker in je vel zit kan een moment zijn om hier iets mee te doen. Als je in contact staat met jezelf kun je volgens Britt beter aanvoelen waar je dan behoefte aan hebt. Op die manier kun je soms jezelf al helpen om weer beter in balans te komen. Als je op een gegeven moment merkt dat je belemmerd wordt in je dagelijkse leven door hoe je je voelt, dan is het zinvol om aan de bel te trekken en hier hulp bij te krijgen.

“Maar het is altijd oké om hulp te vragen, ook preventief,” zegt ze. “Wanneer het zeker zinvol kan zijn om professionele hulp in te schakelen is bijvoorbeeld als je merkt dat je functioneren wordt belemmerd.”

Toch is het ook belangrijk om te beseffen dat iedereen wel eens negatieve of zelfs rare gedachten heeft. Britt: “Die komen gewoon. Dat is normaal, soms schamen we ons daarvoor, maar dat heeft iedereen. Als je dit gaat delen met mensen om je heen, kom je er vaak achter dat anderen ook dit soort gedachten hebben, met bepaalde dingen worstelen en hun valkuilen en kwetsbaarheden hebben.”

 

Vijf tips: verbeteren van je eigen zelfacceptatie 

Wil je aan de slag met het verbeteren van je eigen zelfacceptatie? Britt geeft de volgende tips om hier zelf mee te kunnen starten.

  1. Leer met afstand naar je gedachten te kijken en besef dat jij je gedachten niet bent. Deze opschrijven of visualiseren op voorbijkomende wolkjes kan helpen om er met wat meer lucht er tussen naar te kijken. Daarnaast kan wat er in je omgaat opschrijven helpen bij dingen voor jezelf op een rijtje zetten en je hoofd leegmaken.
     
  2. Pak momenten voor mindfulness. Dat is zijn met het hier en nu. Maak het jezelf comfortabel en ga na bij jezelf hoe je je voelt en wat er aan de hand is. Herhaal tegen jezelf ‘het is oké, laat me maar voelen’. Het helpt om dat regelmatig te oefenen, want je brein gaat daar op een gegeven moment een beetje in mee. Om mindfulness sneller onder de knie te krijgen, worden er door het hele land veel trainingen gegeven. Er zijn ook apps en oefeningen op YouTube en Spotify beschikbaar die je kunnen helpen. Britt tipt de gratis app VGZ mindfulness coach.
     
  3. Geef aandacht aan positieve eigenschappen en kenmerken van jezelf. Kijk niet alleen naar wat er niet goed gaat, maar benoem ook naar jezelf wat er wel lukt of goed gaat. Dit noemen we ook wel positieve zelfspraak. Dit voelt eerst misschien wat ongemakkelijk en niet reëel, maar als je dit dagelijks doet, worden nieuwe neurale verbindingen aangelegd in je brein.
     
  4. Praat met mensen om je heen. Zo ontdek je dat ten eerste iedereen zijn kwetsbaarheden, valkuilen en worstelingen heeft. Ten tweede kan steun en hulp heel waardevol zijn. Wanneer je twijfelt of iemand ruimte heeft om naar je te luisteren, kun je dat altijd checken door te vragen ‘heb je daar ruimte voor?’. Dan kan iemand daar op reageren. Het is beter om te checken dan om al in te vullen dat je iemand ermee belast, dan ben je eigenlijk voor de ander aan het bepalen. Iemand wil misschien wel heel graag wilt weten hoe het met je gaat en wil er graag voor je wilt zijn.
     
  5. Als het lastig is om iets met je omgeving te delen, zijn er eveneens laagdrempelige opties om met iemand te praten. De huisarts kan je altijd doorverwijzen naar een praktijkondersteuner (POH) of geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Veel onderwijsinstellingen hebben een psycholoog waar je naartoe kunt gaan, met name aan te raden wanneer je merkt dat je vastloopt in je studie. Overigens kan het voor iedereen heel behulpzaam zijn om met een meer objectief persoon van buiten je omgeving te praten.

Wanneer je een luisterend oor nodig hebt, kun je 24/7 bellen met De Luisterlijn [https://www.deluisterlijn.nl].


 

Vond je dit artikel interessant of heb je aanvulling? Laat het ons weten via info@thubble.nl.